Dietrich Bonhoeffer in verzet

De gedenkdag van de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer (1906 – 1945) is op 9 april. Een eigentijdse heilige. Hij kwam op die dag door executie om het leven. Een jaar eerder werd hij gearresteerd in Berlijn. Tot zijn dood schrijft hij in de gevangenis gebeden en gedichten. Brieven aan zijn verloofde en aan een vriend worden naar buiten gesmokkeld en later gepubliceerd. Ze maken op velen diepe indruk.

Over vrijheid, verantwoordelijkheid en een veertje hoop …

Bonhoeffer schrijft over vrijheid, verantwoordelijkheid en vriendschap. En over zijn geloof: hij weet zich gedragen door God. Het Bonhoeffer Werkgezelschap gaf werkboekjes uit in samenwerking met Stichting de Roos (Culemborg).

Christien Crouwel, als secretaris van de Raad van Kerken, schrijft: “Hij groeide op in een randkerkelijk gezin. Hij promoveert op ‘De kerk als gemeenschap van heiligen’. Hij wordt jeugdsecretaris van de ‘Wereldbond voor internationaal vriendschapswerk voor de kerken’. In 1934 roept hij op tot een oecumenisch concilie: want alleen in oecumenisch verband kan de kerk van Christus bereiken wat een enkele christen of een kerk niet vermag: de wereld de wapens uit handen slaan, de oorlog verbieden en zo spreken ‘dat de wereld tandenknarsend het woord van vrede verneemt en de volken zich verheugen’.”

In Bonhoeffer’s teksten vinden we beelden van ‘buiten’, uit de natuur. Corrie Kopmels en Rene van Loenen herschreven gedichten en teksten van Bonhoeffer, om bij te mediteren en of ze te zingen. Enkele voorbeelden:

Bomen, bid voor ons

in deze bange tijden

met honderd handen tegelijk.

Hongerige meeuwen, schreeuw

stamel, stenen in de muren.

Smeek, smeltend ijs en bid,

(Corrie Kopmels bij Bonhoeffers Gebed in grote nood, november 1943)

(…)

Dat met de troostende geluiden

die de watervogels maken

ook de slaap zal komen.

Ik nestel me,

trek de nacht over mij heen.

(Corrie Kopmels bij Bonhoeffers Avondgebed, 1943)

(…)

Sta op, ik ga leven,

de nacht is voorbij

Zwermen ganzen groeten de wereld.

Nieuwe gezichten vangen mijn blik.

(Corrie Kopmels bij Bonhoeffers Morgengebed, 1943)

(…)

Naast het vruchtbare korenveld,

vol zorg en met eerbied bewerkt,

soms met bloed, zweet en tranen,

naast de akker van hun dagelijks brood,

laten mensen toch ook

de mooie korenbloem bloeien.

Niemand heeft haar geplant of begoten.

Weerloos groeit ze in vrijheid,

in vrolijk vertrouwen dat haar het leven

onder de hemelboog wordt gegund.

(…)

Niet alleen de rijpe vrucht

ook de bloesem is prachtig.

Of de bloesem er is voor de vrucht

of de vrucht voor de bloesem?

Wie zal het weten?

Toch zijn ze ons beiden gegeven.

Een kostbare, zeldzame bloesem,

ontsproten aan vrijheid van geest,

onbevreesd, speels, vol vertrouwen

In het uur van geluk,

zo is de vriend voor de vriend.

(Bonhoeffer, uit: De Vriend, augustus 1944)

(…)

Een godsgeschenk, ons in de handen gelegd

is vrijheid, kostbaar zaaigoed (…)

bewaard, gekoesterd en weer doorgegeven,

zo vindt het zaad de ruimte van het leven.

(Rene van Loenen, liedtekst uit Lied van de Vrijheid, gebaseerd op de twee peilers van vrijheid volgens Bonhoeffer: verantwoordelijkheid en gehoorzaamheid, juli 1944)

(…)

Hoop is dat ding met veertjes

dat neerstrijkt in de ziel

en wijsjes zonder woorden zingt

en nooit valt hij er stil.

Hoe hard de wind ook waaien zal

hoe hevig ook de storm

(…)

dat vogeltje houdt vol.

(De tekst is oorspronkelijk van Emily Dickinson, 1830-1886, vertaling Ans Bouter)

Bronnen

Zie voor de volledige teksten de uitgaven:

– Bonhoeffer 75, Gedichten en gebeden in gevangenschap (Werkschrift 2019 -2020, De Roos, Culemborg).

– Bonhoeffer 75, Van Horen zingen – Voor Witte Donderdag en bevrijdingsmaaltijd (De Roos, Culemborg en Raad van Kerken, 2020), ook te downloaden als ‘materiaal rond 4 en 5 mei’ via www.raadvankerken.nl

– Zie verder bijvoorbeeld ook wikipedia voor zijn levensloop

Tekst en foto’s Tini Brugge