Stilte in de liturgie

De liturgie van een dienst/viering kent meerdere steltmomenten die een verschillende functie hebben.

Soms is er een stilte in het begin na het eerste lied en de opening van de viering en vóór het gebed. Het is een stilte die ons helpt aan te komen. Je bent weggegaan van huis, je hebt je moeten haasten, of je vroeg je af of  je de deur hebt dicht gedaan of…, maar nu ben je hier, even stil.

Er is ook een stilte na de gebedsoproep ‘Laat ons bidden…’ die enkele keren in de liturgie klinkt. Dat is de stilte voor jouw persoonlijke gebed. Al onze individuele gebeden worden vervolgens samengevat in het gebed van de voorganger.

Weer een andere stilte is er tijdens de voorbede, het gebed van het volk. In die stilte richten we ons op de mensen die onze zorg of aandacht, onze solidariteit behoeven en die mensen kunnen naast ons zitten of ver weg zijn. In die stilte zijn we verbonden met elkaar.

Er zijn momenten in de viering dat je in de stilte de Levende ontmoet. Daarvoor is de liturgie niet noodzakelijk, dat kan ook in de stilte van de natuur of in de stilte van je binnenkamer of in het suizen van stilte waarin Elia God hoort. (1 Koningen 19: 12).

Tenslotte: in vrijwel alle religieuze traditie komen godzoekers voor die God hebben getracht te bereiken met offers, met gebeden, met hun intellectuele vermogens, door hun zorg voor de schepping, hun inzet voor de ontrechten. Sommigen van hen komen tenslotte tot zwijgen, zijn de woorden voorbij. Pas in de stilte, in het afzien van alle pogingen de Ene te vatten kan de Ene tot jou komen.

Andries Govaart