Bloemen, groen en symboliek in de lente


Algemene informatie bij de 40-dagentijd

De Veertigdagentijd is de periode van zes weken voorafgaand aan Pasen. Men rekent veertig dagen terug, maar telt de zondagen niet mee. Na de uitbundigheid van carnaval komt de ingetogenheid, beginnend met Aswoensdag.
De veertigdagentijd, vastentijd is als een tocht door de woestijn op zoek naar leven. Het is een periode om stil te staan bij het lijden in de wereld, elders en in de eigen omgeving. Zelfs het orgel zweeg en zwijgt in de kloosters.
Afzien van het vele, geven van aalmoezen en bidden worden in de christelijke traditie altijd in een adem genoemd. In deze tijd wordt zowel persoonlijk als in de gemeenschap stil gestaan bij het lijden en bij taken en verantwoordelijkheden om te komen tot een rechtvaardige en vreedzame wereld (Jesaja 53, vers 3-8).
De veertigdagentijd is ook een voorbereiding op het uitbreken van de lente, het uitbreken van nieuw leven met al zijn geuren en kleuren.



Opbouwschikkingen
Wanneer de eerste schikking in de 40dagentijd de basis vormt voor de 5 volgende zondagen dan wordt er gewerkt met een opbouwschikking. De Paas-schikking sluit aan op dat wat in de 40dagentijd is voorbereid en is de voltooiing van de ‘rode draad’ in de 40dagenweken. 

Symboliek

  • De liturgische kleur is paars met uitzondering van de vierde zondag, die roze is.
  • Vergankelijkheid : as, jute
  • Een weg: bijvoorbeeld met jute of paarse doeken
  • Woestijn: zand, cactus
  • Berg: stenen
  • Water: schenkkan, doopvont
  • Licht: (paas) kaars, waxinelichtjes, olielamp
  • Leven: palmtakjes(buxus), takken met groene knoppen
  • Lijden: takken met doornen, prikkeldraad

Het is traditie om in de Veertigdagentijd weinig tot geen bloemen te gebruiken. Sobere composities met bijvoorbeeld snoeihout hebben de voorkeur. Het werken met droogbloemen is een alternatief. In de tuin is, ondanks de winter, van alles te vinden waarmee je iets kunt uitdrukken.

Materiaal

  • Buigzame takken om vormen mee te maken: berk, kornoelje, wilg
  • Kleurrijke takken; gele, groene en rode kornoelje, gele, roodbruine en bruinzwarte wilg. Door het schillen van takken krijg je witte kleuren.
  • Snoeihout – ruimte scheppen voor nieuw leven
  • Distels en doornen, braam, roos, acacia etc. – beeld van lijden
  • Paarse bloemen , peperboom, paarse winterhei, krokus, primula, anemoon, tulp – liturgische kleur van de Veertigdagentijd
  • Riet, rietsigaar – Christusstok, doortocht door de Rietzee
  • Biezen – water, het biezenmandje van Mozes die het volk door de woestijn leidde
  • Wilgenkatjes – beeld van het evangelie door de levenskracht, wortelt snel
  • Klimop:  trouw
  • Brem:  Herinnering aan Elia die, voordat hij zijn veertigdagen tocht door de woestijn begon, onder een bremstruik in slaap viel maar werd gewekt door een engel die hem aanspoorde op weg te gaan, 1 Koningen 19:4-14.
    Bremtakken zouden ook gebruikt kunnen zijn bij de geseling van Jezus.
  • Sneeuwklokje:  hoop.
  • Blad van de Aäronskelk: In de lezing van de zesde zondag van de Veertigdagentijd wordt geurige olie over het hoofd van Jezus uitgegoten. Het is een verwijzing naar de geurige olie in de baard van Aäron, een teken van zijn uitverkiezing en bevestiging.
  • Paarse kerstroos: die wordt wel vastenroos genoemd vanwege de kleur en omdat ze vaak pas in de vastentijd bloeit en niet met Kerst.
  • Judaspenning: verzamel de ‘zilverlingen’ in de nazomer en bewaar ze op een droge plek. Judaspenning bloeit in april paars.

Tekst: Tini Brugge