Bramen

Daar hangen ze, donkerpaars en glanzend, te wachten op wie ze plukt. Doen wij het niet dan eten de vogels ze op.

De bramen gaan van hard, klein en groen, via rood en nog dof naar pikzwart, vol en sappig. De mooiste hangen altijd op de meest onbereikbare plekken maar mocht het toch lukken ze te pakken dan mag je ze als beloning meteen in je mond steken.

Hier en daar zit een bloesempje dat nooit braam zal worden. Geen tijd meer om te rijpen, het is straks te koud.

Maar nu is het nog herfst en op zonnige dagen is het een feest ze te zoeken. Pluk ze voor de jam, voor de yoghurt en de vla, voor gelei bij het vlees.

Pak ze maar, zegt God. Geniet ervan, het is je van harte gegund. Voor jou laat ik ze hier groeien.

Ineke Evink