De zon daalt in de zee

De zon daalt in de zee. De duisternis valt in
Ik loof de goede God. Hij geeft mij dag en nacht:
mijn taak bij dag, mijn droom bij nacht.

Laat dagen in de nacht, waar wanhoop heerst en dood,
geloof en hoop op U: U hebt uw schepping lief,
U hebt uw schepping innig lief.

Kom, nacht en troost ons zacht. Kom God, genees ons hart.
Kom leg uw hand op ons en heel zo elke wond.
Heel, Vader, ook de diepste wond.

Bron: Liedboek Zingen en bidden in huis en kerk, lied 253

Gedachten bij het lied

Het zijn lange nachten in de winter in IJsland, het kunnen ook lange nachten zijn in Nederland in de maanden december, januari en februari. Er is meer donker dan licht en sommige mensen verlaten het huis voor hun werk in het donker en komen ook in het donker weer thuis.
Bovenstaand lied, dat in het nieuwe protestantse liedboek is opgenomen, neemt ook letterlijk de tijd om bij de dag en nacht, het licht en duister, stil te staan. Het wordt heel stil en langzaam gezongen. Zo langzaam als de zon in de zee daalt.
Opvallend in het lied is het vertrouwen dat er uit spreekt: het vertrouwen in de goede God, het vertrouwen in de nacht. De nacht is niet eng, angstaanjagend, maar een ruimte om te dromen. En ook al klinkt in het tweede couplet ‘de wanhoop en de dood’, ervaringen die ieder van ons ook tegenkomt in de nacht, deze existentiële ervaringen worden omgeven door de hoop die daagt en de innige liefde van God. Deze innige liefde doet ons bidden: kom, kom, kom.
Geef troost, genees het hart en heel de diepste wond.
En wanneer je dit eenvoudige lied (eventueel driestemmig) zingt, vindt in de verstilling die genezing plaats.

Andries Govaart