Een heel gewone man
Een heel gewone man,
liep zomaar door de straten
Een ieder die Hem zag,
kon zomaar met hem praten.
Toch was Hij niet gewoon
Men zei: Hij is Gods Zoon
De blinden liet Hij zien
Verlamden liet Hij weer lopen
Een ieder die Hij genas
ervoer wie Hij werk´lijk was
Oprecht en zo gewoon
een toonbeeld van Gods Zoon
Hij stierf aan ´t kruis
stond op uit het graf
nam daarmee onze zonden af
Die heel gewone man,
loopt niet meer door de straten
Maar een ieder die het wil,
kan toch nog met hem praten.
Cobie Verheij-de Peuter (uit: Licht Verlangen)
Bron: www.gedichtensite.nl