Enkel nu

Soms knagen scherpe tanden
rafelige randen aan de tijd
een pijnlijk ogenblik
van spijt.
Als ik dan wanderend verder ga
merk ik: ‘er is geen tijd’.
Alles is nieuw vandaag,
de zon, het pad dat ik zo vaak,
soms dagelijks al ging,
de bomen en de wind
het kind in mij dat
vol van vreugde zingt:
‘Er is geen tijd, er is geen tijd,
alleen dit ogenblik
dit heldere moment.’
Zie aan het einde van het pad
die poort van goud,
geen tand des tijds
die mij daar ver van houdt.

Jeanette van Osselen