Lente – broosheid vieren

De ontroering bij dat dappere stengeltje
dat zich ruggelings door het bladerdek naar boven drukt,
zich opricht en ontvouwt,
de zon zoekt en klaar is om te gaan groeien.

De babyzachte roze bladeren van de rode beuk
die zich net uit hun vliesjes bevrijd hebben;
de nieuwe scheuten aan de teruggesnoeide rozenstruik,
vol kleur en belofte van de roos die het kan gaan dragen.

Al dit ‘eerstelings bewegen’
van het nieuwe en kwetsbare leven
ontroert me en raakt me.

Het raakt aan de broosheid in mij en om mij heen.
Mijn kwetsbaarheid verbindt me met mijn omgeving
en roept me dit breekbare te sparen en te ontzien.
Ik wil koesteren wat zich in al haar breekbaarheid aan mij toevertrouwt.

Sentimentaliteit?
Misschien en daar is niks mis mee.
Wie geraakt wordt door de broosheid van het bestaan
staat in ieder geval  open naar het andere, de ander.
En wie weet, kun je je dan spiegelen aan de Ander met een hoofdletter,
die het niet kon laten dit broze bestaan met ons te delen,
als zuigeling, als jongen,  als man, als mens, als vriend.
Die zich liet raken door de kwetsbaren
en door het vergankelijke van het leven;
die zich afkeerde van wat versteend en verstard is.
En met ons en met heel de schepping de weg ging van alle zaad.

Wie zich wapent en te weer stelt
niet ontroerd raakt door het zwakke,
gaat aan het leven voorbij.

Kwetsbaar zijn is mee ademen met het leven,
is geraakt worden door wat jou omgeeft
is weten dat in onze broosheid
het geheim schuilt van het leven.

Guy Dilweg