Loofhuttenfeest: de openheid vieren

Aan het Loofhuttenfeest is goed te merken dat het alles met de natuur te maken heeft. Tegelijkertijd vraagt het van een mens een houding die ‘gelijkvormig’ aan de gang van de natuur wordt. In de herfst vallen de vruchten van de bomen – en zo niet, dan worden ze geplukt. Op dit feest is het van belang dat een mens leert dat wat hij ook in handen krijgt of pakt een gave is van Boven. Openheid naar de wereld die ons te boven gaat, wil in dit feest aangeleerd wor­den. Een bewustwording waarin het alledaagse met het hemelse, het heden met de toekomst, de aarde met de hemel in verband wordt gebracht.

Een hutje aan je huis

Om die mentaliteit te bewerken bouw je een hutje aan je huis. De eerste paal sla je direct op de avond van die hoogheilige dag, de Grote Verzoendag, waarin je met al je gedachten bij God geweest bent. Terug naar de aarde, je zou anders te zweverig kunnen worden.

Belangrijk voorschrift van die hut is dat je door het dak de sterren kunt zien. De verbinding met Boven moet zichtbaar zijn. Je lichaam moet open worden naar God. Binnen dat hutje kun je allerlei versieringen aantreffen, vooral ook versieringen ontleend aan de natuur. Het is niet voor niets ook oogstfeest. Dat mag zichtbaar worden.

Open staan naar Boven leer je door open te staan naar de mensen om je heen. Geen grotere eer is er dan ook dan gasten in je loofhut te ontvangen; zelfs bij restaurants en hotels zijn loofhutten te vinden. Op de afsluitende, achtste dag stijgt de feestvreugde tot een maximum als met de loe-lav in zes richtingen gezwaaid wordt, naar voren, naar achteren, naar links en rechts, naar boven en beneden, teneinde zo het hele leven te verenigen.

Henk Huyser

Bron: aarden in geloof