Palmzondag

Hij die alle bronnen heeft geslagen,
alle fonteinen op doet springen,
eenzaam rijdt hij op een ezel
en hij laat zijn tranen stromen
en de menigte omstuwt hem
als een branding, nog vijf dagen
en de golven
hebben hem, hemelkind
en zoon van mensen,
oeverloos bedolven.

Hij die alle bomen heeft geworteld,
alle blad doet wuiven naar de hemel,
alle takken doet vertakken
voor de nestelaars,
men plukt twijgen van de bomen
om hem juichend in te halen,
maar hij weet zichzelf ontworteld
en een dode tak ten einde
aan een boom op Golgotha.

En die zondag van de palmen
zegt hij dat hij neer moet vallen
in de aarde als het graan,
neer moet gaan om op te staan
en veelvuldig vrucht te dragen.
Die zichzelf met tranen zaaide,
hij zal komen, hij zal maaien
en hij draagt zijn oogst aan garven
met gejuich.

Jaap Zijlstra