Rozemarijnboterkoek

Een smaakvolle gedachtenis aan hen die wij verloren, omdat de altijd groene, geurende rozemarijn het kruid is van de goede herinneringen.

Ingrediënten

  • 160 g boter
  • 160 g bloem
  • 80 g suiker
  • 80 g gemalen amandelen
  • 2 theelepels fijngehakte rozemarijn
  • 1 theelepel vanillesuiker

Bereiden

Mix de boter met de suiker tot en smeuïge massa.
Hak of maal de ‘naalden’ van de rozemarijn fijn en voeg die aan dit mengsel toe.
Zeef de bloem en meng dit met de gemalen amandelen en de suiker-boter massa tot een egaal deeg. Gebruik een ronde bakvorm.
Bak de boterkoek 20 minuten op 170 ºC in een voorverwarmde oven.
Haal de bakvorm uit de oven.

Verdeel de nog zachte koek in punten door met de botte kant van een mes te snijden.
Bestrooi tot slot de koek met vanillesuiker en laat hem verder afkoelen.

Als u over verse takjes rozemarijn kunt beschikken, bind dan rond een stevig ijzerdraad een kransje waarop u de koek presenteert.

Toelichting

De herfst is een goede tijd om dankbaar stil te staan bij de oogst, de vruchten van een mensenleven en de voleinding daarvan. In november worden in vele kerken overledenen herdacht.
Katholieken kennen op 1 en 2 november Allerheiligen en Allerzielen.
In protestantse kerken wordt daarvoor de laatste zondag van het kerkelijk jaar bestemd, gedachteniszondag.

Foto: Tini Brugge

Rozemarijn
De altijd groene geurende rozemarijn is het kruid van goede herinneringen. Het groeit in de landen rond de Middellandse Zee, want van vorst is ze niet gediend. Bij elke aanraking komt er een heerlijke geur vrij ‘als een wolkje wierook’.
In Egypte kregen farao’s een bosje rozemarijn mee in het graf ter herinnering aan het goede leven dat voorbij is en als symbool van nieuw leven in het hiernamaals.
In Griekenland werd het geurende kruid een symbool van liefde, vriendschap en de gedachtenis daaraan. Potten met rozemarijn staan vaak naast de ingang van huizen: de goede geur is een stille welkomstgroet. Rozemarijn wordt  daar ook op graven geplant.
De monniken in het spoor van Benedictus brachten het kruid naar het Noorden.

Vondel schreef bij de uitvaart van zijn dochter Saartje (ca. 1632):

‘O wondere taal van de kruiden,
de speelgenoot vlocht,
toen het anders niet mocht zijn,
een krans van rozemarijn
ter liefde van hun beste kameraad’. 

Bron
Gert Vos
Hemelse Spijzen, een jaarkrans van recepten en hun diepere betekenis’.
Lannoo/Ten Have 2004
Tekst en foto’s: Tini Brugge