St. Janstros



Het feest van Johannes de Doper is in de kerkelijke traditie gekoppeld aan de zomerzonnewende. Als de zon het hoogst staat, op 24 juni, vieren we de geboorte van Johannes de Doper, precies zes maanden voor de viering van de geboorte van Jezus. Er staat geschreven dat Johannes kleiner moet worden en Jezus groter, Johannes 3 vers 30. Vanaf Sint Jan neemt de zon in kracht af, vanaf Kerstmis wordt de zon weer sterker.



Er worden nog steeds st. Janskransen of st. Janstrossen gemaakt.
Soms worden ze nog in de kerk gewijd waarna ze aan stal- of huisdeur worden opgehangen.

Er zijn veel kruiden die als volksnaam Sint Janskruid dragen, vaak omdat ze rond Sint Jan bloeien of een heilzame, geneeskrachtige werking hebben. Om in boeketten te verwerken zijn bijvoorbeeld geschikt: Sint Janskruid- Hypericum, Kamille-Matricaria chamomilla, Margriet-Leucanthemum, Bijvoet-Artemisia.

Bij het maken van Sint Janstrossen of kransen werden zeven of acht verschillende kruiden gebruikt omdat de naam Johannes in het Nederlands acht letters bevat en in het Grieks (Ioannis) zeven.

Vaak werd walnotenblad erbij gebruikt omdat het geveerde blad is samengesteld uit zeven blaadjes.
Het getal zeven verwijst naar de goede gaven van de Geest.

De meeste kruiden die gebruikt werden hebben een geneeskrachtige, heilzame werking als verwijzing naar het heil dat Johannes bracht.

tekst: Tini Brugge



St. Janslegende

Een legende verklaart de herkomst van de St.Janskransen. Johannes moest vluchten voor de soldaten van Herodus, die hem gevangen wilden nemen. Een soldaat zag dat hij zich in een huis verschuilde. Hij markeerde dit huis met een krans op de deur.

Toen hij de volgende dag met meer soldaten terugkwam om Johannes te arresteren waren alle deuren van kransen voorzien.


Werkwijze

Maak aan één zijde van een dik touw een lus. Werk vervolgens vanaf het andere uiteinde naar de lus toe met kleine bundeltjes materiaal. Bevestig ieder bundeltje met ijzerdraad of bloemistentape rond het touw. Zorg dat de toefjes elkaar overlappen.




Idee, tekst, uitvoering, foto: Charlotte Kwak-Tieman