Voor een kalfje
Mijn liefste heeft een roze neus
en grote, donkere ogen
ze kan niet op een rekenhoofd
maar wel op goedheid bogen
mijn liefste heeft een dik wit vel
met bruine archipellen
ze gelooft in gras en weidespel
soms hoort ze koeiebellen
mijn liefste vindt het leven saai
ze is gevoelig voor een aai
maar zou óók willen weten
kun je zo’n aai ook eten?
mijn liefste kan als bomen dromen
maar weet nooit waar ’t om gaat
soms lijkt het, of er iets kan komen
iets Groots, dat aan een hekwerk staat
haar onschuld is goddank wat stomp
en heeft geen weet van wat er wacht
een mens brak los, sloeg met zijn klomp –
zij wacht zachtmoedig op haar slacht
J.C. van Schagen
Bron: J.C. van Schagen. Wat dit blijfsel overbleef, de Prom, Baarn 1991