Witte Donderdag-soep met zoute brokjes
Dit recept uit een handgeschreven kookboekje van een onbekende huishoudster die in de 19e eeuw dienst deed in een Duitse pastorie kan verwijzen naar de betekenis “zout op aarde te zijn”. Een recept voor 8 personen.
Ingrediënten
Voor de zoute brokjes (soepvulling)
- 3 eierdooiers
- 3 eiwitten
- 1 theelepel koffieroom
- 1 theelepel zout
- 50 g tarwebloem
- bakpapier
Voor de soep
- 60 g boter
- 60 g tarwebloem
- 1 l warm water
- 1 l volle melk
- zout
- tuinkruiden, vooral veel kervel
Bereiding
Soepvulling
Oven voorverwarmen tot 225 °C. Bakplaat beleggen met bakpapier.
Dooiers losroeren met room.
Eiwitten stijfkloppen met zout. Met een grote gladde lepel door het wit scheppen.
De gezeefde bloem evenzo.
Dit beslag vingerdik uitstrijken op de bakplaat.
Bakken: 12-15 minuten op de middelste richel. In heel kleine stukjes breken.
Soep
De boter smelten, de bloem erbij roeren.
Als alles mooi geel ziet, bij beetjes en al roerend water en melk toevoegen. Zouten naar smaak, 10 minuten doorkoken onder deksel.
Dan een scheutje room erbij.
Vlak voor het eten veel gewassen, fijngesneden en uitgelekte kruiden toevoegen.
Op het bord de brokjes in de soep strooien.
Toelichting
Zout
‘Jullie zijn het zout der aarde, maar als het krachteloos wordt, waar moet je dan mee zouten’ (Matteüs 5,13). Zout werd in het land van de bijbel gewonnen uit de Dode Zee en later ook uit zoutgroeven bij de kust (Sefanja2,9). Het was in de Oudheid kostbaar en diende zelfs als betaalmiddel (sal, salaris verwijzen daarnaar).
Het zout als conserveringsmiddel werd een teken van het eeuwige verbond tussen God en zijn volk. ‘Bij alle meeloffers moet u zout toevoegen: bij geen mag het zout van het verbond van God ontbreken. U moet dus zout toevoegen aan alle gaven die u aanbiedt (Leviticus 2,13). ‘Het is voor de HEER een altijddurend verbond, een verbond met zout, voor u en voor uw nageslacht (Numeri 18,19).
Bij Arabieren en andere volkeren is het met elkaar eten van brood en zout nog steeds een teken van wederkerige vriendschap. “Iemands zout eten”, is een uitdrukking van verbondenheid.