Zonnewende

Stilstaan bij de Zonnewende, de langste dag wat betreft het licht, kan nog steeds. De wisseling van de seizoenen, hier de overgang van lente naar zomer, rond 24 juni, werd traditioneel gevierd met Sint-Jansfestiviteiten als optochten en andere evenementen. Nog steeds vinden activiteiten plaats en worden sint-janskransen en -trossen gemaakt. Niet toevallig verbindt men de Zonnewende met Sint-Jan, de figuur van Johannes de Doper in de Bijbel. Dat zit zo.

Johannes de Doper

Johannes de Doper is voorloper en wegbereider van Jezus. Zes maanden voor de geboorte van Jezus wordt hij volgens Lucas 1, 26-28 geboren. Teruggerekend vanaf Kerstmis, de kortste dag, kom je dan ongeveer uit bij 24 juni, dus rond de Zonnewende, de langste dag.

Deze geboortedatum van Sint-Jan herinnert aan een bijbeltekst uit Johannes 3, 30 over het Licht:

“Hij (Jezus) moet groter worden, en ik (Johannes) kleiner”.

Omstreeks 24 juni neemt immers de zon in kracht af om op 24 december, rond de Winterwende, weer in kracht toe te nemen.

Bundel kruiden en bloemen

Je kunt kruiden en bloemen bundelen of samenbinden tot een krans rond het Sint-Janskruid. Men vroeg er in de kerk een zegen over. Ze kenmerken zich door hun heilzaamheid en geurigheid. De bundel of krans kan aan de voordeur worden gehangen als symbool van bescherming en zegen. Men gebruikt vaak 7 of 8 kruiden (evenveel als in de naam van Joannes/Johannes), waaronder walnotenblad, grassen, varens, hemelsleutel, vergeet-mij-nietjes, gele lissen, rozen, viooltjes, korenbloemen of margrieten. Dat kan van plaats tot plaats verschillen.

Vele kruiden heten in de volksmond sint-janskruid omdat ze rond deze dag bloeien. Kamille, margriet, bijvoet, muurpeper, kruiskruid, penningkruid, sering en walstro worden wel johanneskruis of sint-jansbloem genoemd. Het echte Sint Janskruid met de Latijnse naam Hypericum perforatum herinnert aan een legende. De duivel zou de geneeskracht van het Sint-Janskruid hebben willen breken door met zijn klauwtjes gaatjes in het blad te prikken, vandaar de naam ‘perforatum’. In de bladeren van het kruid zitten oliekliertjes die op gaatjes lijken. Als je de knoppen tussen je vingers wrijft, komt er rood sap uit. Het herinnert aan het bloed dat vloeide toen Johannes onthoofd werd. Zo wordt wat men buiten kan ervaren verbonden met een innerlijk besef van leven en dood.

Tekst en foto’s Tini Brugge